avonden reve

‘De Avonden'(4): en dan fijn naar een inrichting – Tiretjoeptjoepfalderi Tiretjoeptjoepfaldera.

UIt pure ellende, maar toch zijn diepste emoties controlerend, pist Frits in de kachel. Een scene waar ik toch weer enorm om moest lachen en tegelijkertijd door geraakt was. Het is het toppunt van een mens in nood.

***** (YouTube)

Hoofdstuk 4. (25 december)

Na een deprimerend kerstontbijt (Frits krijgt van zijn moeder een koud ei), waarbij nergens het woord kerst valt of duidelijk wordt dat het voor zijn ouders een speciale dag is, blijft hij alleen achter in de huiskamer. Frits is zich wonderwel bewust van de psychotische toestand waarin hij dreigt te geraken.

Titel: De Avonden ( 1947)
Auteur:  Gerard Reve
Beoordeling: ****
Hoofdstuk: 4.
Genre:  Literatuur
Uitzendkanaal: YouTube (audioboek ‘Reve leest De Avonden’)

‘Nu moet ik,’ dacht hij, toen hij de knop had afgeschakeld, ‘de deur op de knip doen, me eerst op de grond wentelen, een tijd lang heel hard o! o! roepen en dan met een ijzeren staaf alle ramen stukslaan.

‘En als ze van beneden en boven komen, in zwijm vallen als ze de deur hebben ingetrapt. En dan fijn naar een inrichting.’ ‘Tiretjoeptjoepfalderi,’ “
UIt pure ellende, maar toch zijn diepste emoties controlerend, pist hij in de kachel. Wat een rare scene eigenlijk, waar ik toch weer enorm om moest lachen en tegelijkertijd door geraakt was. Het is het toppunt van een mens dat niet lekker in zijn vel zit en probeert iets te doorbreken. In de film van De Avonden ook prachtig verbeeld.

‘Is dit de afdeling eenvoudige schroeiingen?’

Daarna begint hij met het martelen van een pissebed dat over het behang kruipt. ‘Een pijnlijke, doch snelle terechtstelling,’ zei hij hardop. ‘Medelijden is uit den boze. Toch is het een zonde,’ ging hij voort, de wijsvinger opstekend, ‘ik heb een levend wezen gedood.’ Hij hoorde iemand de gang binnenlopen. ‘Is dit de partikuliere folterkamer?’ vroeg Louis Spanjaard, die binnentrad. ‘Is dit de afdeling eenvoudige schroeiingen? Of is het je eigen stank?’
In hoofdstuk 4. wordt de spanning opgevoerd, dat merk ik elke keer. Er is veel aan de hand. Het eigenaardige is dat ‘De Literatuur-kritiek’ het boek altijd heeft weggezet als een roman met weinig ontwikkeling. Het blijft allemaal erg plat en hetzelfde. Ik ervaar dat juist niet: er zijn, als je goed leest, wel degelijk zo’n twee verschillende ontwikkelingen te constateren in de persoonlijkheid van Frits. Zij starten zo halverwege het boek: eigenlijk waar we nu zijn, hoofdstuk 4.

In tegenstelling tot de veelgehoorde kritiek (saai verhaal) barst het boek van de ontwikkelingen

Ik zie: a. een ontwikkeling van het hoofdpersoon van ongelovig naar religieus en b. een ontwikkeling van hopeloos, afkerig, cynisch en hatelijk, naar hoopvol, aardig, genietend en vergevend. Reve heeft dit echter subtiel verwerkt in de sombere schets van het leven van Frits. Zodat het einde van de wintervertelling uit kan monden in een apotheose van vergeving en hoop.

De ontwikkeling van hopeloos naar hoopvol

Bij vrienden op bezoek hoort hij pianomuziek waar hij, voor het eerst in het hele boek, positief over oordeelt. ‘Ongelooflijk, wat schitterend,’ fluisterde Frits. ‘Wat was dat?’ vroeg hij, toen het uit was. Op het muziekblad zag hij geen titel staan. ‘Een partita van Bach,’ antwoordde Albert. Later spreekt hij ook zijn waardering uit over jazz-muziek. Hij lijkt daar echt van te genieten.

De ontwikkeling van nihilistisch naar religieus

Bij het slapen gaan mompelt hij (zelf zonder godsbesef of religie opgevoed: zijn vader was communist) iets dat lijkt op een religieuze vervoering maar dan gemeend, want hij voelde zijn ogen vochtig worden: ‘Hoort de kerstboodschap,’ zei hij hardop, ‘de heiland werd geboren. Hij stierf op Golgotha, wiedewiedewiet sjieng boem.’ Toen hij in bed kroop en het dek over zich heen trok, dacht hij: ‘Om middernacht moesten eigenlijk de klokken luiden, dat zou schitterend zijn.’ Hij voelde zijn ogen vochtig worden, beet in het laken en sliep in. Een ontroerende passage. Raar eigenlijk dat Frits elke hoofdstuk ergens in bijt: in zijn laken, in een boek, in zijn hand, in het konijntje, in een raamsponning zelfs. Op de een of andere manier wil hij voelen dat hij bestaat.

Fictie en werkelijkheid in De Avonden van Reve

Frits gaat deze dag met Louis Spanjaard naar de bioscoop ‘Princeps’ op de Riembaan. Dat is de niet meer als bioscoop in gebruik zijnde ‘Ceintuur Theater’ op de Ceintuurbaan, hoek Ferdinand Bol. Louis  is in werkelijkheid Jan Erik Romein (1921-1991, later lector in de Cartografie. Hij was de zoon van van de bekende historici Jan Romein en Annie Romein-Verschoor.

De vroegere bioscoop Ceintuur Theater op de Ceintuurbaan, hoek Ferdinand Bol

Your Header Sidebar area is currently empty. Hurry up and add some widgets.