***** (YouTube)

Hoofdstuk 6. (27 december)
Nog vier dagen voor het einde van het jaar. De beklemmende kerstdagen zijn voorbij. Frits gaat weer naar zijn werk, waar ‘s middags al het licht binnen aanmoet omdat het zo donker is. Het doet hem denken aan de lagere school waar hij ook zo gelukkig werd van deze situatie: buiten donker en binnen licht.
Hij verheugt zich op de film ‘Het Tweede Gezicht’ die hij van plan is in de avond te bezoeken met Victor. Hij koopt alvast kaartjes. Groot is zijn teleurstelling als Victor niet blijkt te kunnen. Toevallig ontmoet hij Maurits Duivenis, zijn dubieuze vriend, voor de bioscoop en zij besluiten samen te gaan.
Titel: De Avonden ( 1947)
Auteur: Gerard Reve
Beoordeling: ****
Hoofdstuk: 6.
Genre: Literatuur
Uitzendkanaal: YouTube (audioboek ‘Reve leest De Avonden’)
‘Ik ben een kegel, of een trechter, al naar je wilt,’ zei hij.
Frits gaat na de film nog even met Maurits naar huis. Er ontspint zich een duistere dialoog. Ze testen elkaar uit in wie de meest sadistisch gevoelens durft te uiten. Het is spannende literatuur want je voelt de angst van Frits die in zijn cynisme veel te ver gaat bij iemand die werkelijk een psychiatrisch figuur lijkt te zijn. Voor hetzelfde geld snijdt Maurits hem de keel door als hij hem werkelijk raakt. ‘Wie zou je graag als slachtoffer uitkiezen?’ vroeg Frits. ‘Leeftijd, geslacht en aard van de mishandeling. Vooruit maar…’
Frits raakt in zijn benauwde cynisme bijna lucide. Zo haarfijn formuleert en neemt hij waar. Hij speelt ook met vuur want Maurits lijkt werkelijk opgewonden te worden van zijn sadistische praatjes. Tragisch en komisch tegelijk.
Daarna gaat hij weer naar huis en opent hij het boek van Viktor op bladzijde twee honderd twee en zestig en leest: ‘Er is een verhaal van een man, die ‘s nachts in een lange, donkere gang liep, met een kandelaar, een brandende kaars. Hij dacht er vol schrik aan, hoe ijselijk het zou wezen, als zijn lichtje uitging en in die schrik, dat hij werkelijk zijn lichtje zou kunnen zien verdwijnen en dat het pikdonker zou worden, begon hij te blazen en blies het kaarsje uit.’
Hij sloot het boek en bleef er geruime tijd mee in de hand zitten. Eindelijk legde hij het op het boekenkastje, kleedde zich uit, legde de spiegel op de grond en bekeek er zich naakt in, als in een wateroppervlak. ‘Ik ben een kegel, of een trechter, al naar je wilt,’ zei hij. Daarop stapte hij in bed.”
Prachtig zoals hier een adolescent nadenkt over zijn geaardheid, zonder dat de zaken letterlijk benoemd worden. Letterlijk schrijven over homoseksualiteit leekt toch nog een brug te ver in 1947, het jaar dat De Avonden werd gepubliceerd.
Fictie en werkelijkheid in De Avonden van Reve
Frits gaat dit keer naar de film het ‘Tweede Gezicht’. In werkelijkheid was dit de Duitse film Das zweite Gesicht . Alle films die Frits in De Avonden bezoekt draaide werkelijk in de naoorlogse jaren. De bioscoop waar Frits met Louis naar toe zou gaan op deze avond heet ‘De Lantaarn. Omdat hij op een gracht is gevestigd zou dat heel goed Theater De UItkijk kunnen zijn – toen ook al bioscoop.