***** (YouTube)

Hoofdstuk 7. (28 december)
Het is 28 december. Als Frits van kantoor thuiskomt is hij alleen. Hij gaat vanavond stappen met Jaap, Joosje en Victor. Hij bekijkt spullen uit zijn kindertijd. Een aandoenlijke ansicht die hij als kleine jongen aan zijn moeder schreef over een schoolkamp op Vlieland. Omdat hij het laat gaat maken probeert hij nog een dutje te doen. Hij droomt weer een absurd verhaal. Steeds zien we in zijn dromen herinneringen en indrukken van de dag daarvoor terugkomen. Nu droomt hij over een wegvarende zandschuit en een graf. Dat belooft wat!
In dit hoofdstuk leren we Frits’ angsten en verlangens beter kennen. Helemaal als Frits een borrel opheeft. In het bijzijn van de begripvolle Victor Poort (in werkelijkheid is dat Bob van Amerongen, later zal hij jarenlang rector zijn van een gymnasium in Haarlem maar dat terzijde) komt Frits los en durft meer openlijk over zijn depressieve gevoelens te spreken. Uiteraard nog wel in de stadhuistaal (dat is sowieso een groepstaal van zijn oude schoolvrienden die men niet durft los te laten) maar met minder afstand. Eerst nog wat uitweidingen over de grenzen van wetenschap maar naarmate het alcoholpromillage in zijn bloed stijgt wordt hij persoonlijker.
Titel: De Avonden ( 1947)
Auteur: Gerard Reve
Beoordeling: ****
Hoofdstuk: 7.
Genre: Literatuur
Uitzendkanaal: YouTube (audioboek ‘Reve leest De Avonden’)
Zijn vroegtijdig afgebroken schoolcarrière zit hem hoog. Hij voelt zich mislukt. Dat is ook best lastig in een vriendengroep waarvan iedereen studeert. Minutieus beschrijft Frits hoe hij klas na klas voor een paar vakken steeds een herexamen krijgt en toch overgaat. Pas in de vierde (de oorlog is dan net begonnen) gaat het mis. Hij krijgt een herexamen maar gaat onvoorbereid er naar toe, alsof hij wil zakken. De ware toedracht is nog steeds niet duidelijk. Iets met een briefje dat zijn ouders hadden moeten opsturen. Helemaal duidelijk wordt het niet.
‘Mocht je denken, dat ik het niet zie,’ ging hij door, ‘bedenk dan, dat God jullie ziet. Hij ziet jullie. Hij ziet jullie rechtvaardigheid.’
Starnakel dronken wankelt Frits naar huis. Zijn ouders vangen hem op en helpen hem met uitkleden als hij naar bed gaat. Zijn moeder spreekt hem liefkozend aan met ‘muis’. Het lijkt wel of hij een kleine jongen is geworden en zich laaft aan de veiligheid van het ouderlijke nest. Hij prijst hen voor hun ‘ goedheid’. Het is een ontroerende scene door alle onhandigheid. En het thema van het boek is ook krachtig neergezet. Zonder dat het ergens letterlijk wordt gezegd weet je als lezer: Frits is als de dood om volwassen te worden.
Fictie en werkelijkheid in De Avonden van Reve
Reve zelf vindt het grote onzin wat er over die dromen is geschreven. Maar ik vind het interessant. J. van Zweden schreef in Spektator (1976) een artikel over de dromen in de Avonden.
Wie werkelijk zijn eigen interpretaties wil toetsen, leest de bachelorscriptie van Ellen Demandt uit 2013 over De Avonden en de dromen van Frits.
Bijvoorbeeld pag. 23-24 over zijn droom in het begin van dit hoofdstuk 7.
Een ander leesbaar en leuk essay over de dromen van Frits vormt De avonden, een droomanalyse uit 2017.