Dylan-Thomas burkunk

D. Thomas, ‘Do not go gentle into that good night’ (1945)

Analyse

A. parafrase
(korte samenvatting van het gedicht)

Een persoon spreekt over de moed om de strijd aan te gaan met de dood. We zouden deze wereld schoppend en schreeuwend moeten verlaten vanwege het feit dat we er nooit meer onze geliefden zullen zien. Aan het eind van het gedicht ontdekken we vrij terloops (volta!) dat de spreker emotioneel sterk betrokken is bij deze kwestie: zijn eigen vader ligt namelijk op sterven.
Het is aan de lezer om te bepalen of dit een ode is aan zijn vader of juist een klaagzang over de lafheid, gezapigheid of over het gebrek aan strijd van zijn vader. Dat maakt het gedicht krachtig.

Do Not Go Gentle Into That Good Night by Dylan Thomas

Do not go gentle into that good night,
Old age should burn and rave at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.

Though wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.

Good men, the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.

Wild men who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.

Grave men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.

And you, my father, there on that sad height,
Curse, bless, me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.

Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht

Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht, 
Licht op en vlam wanneer je ouder wordt; 
Vecht, vecht, omdat het licht niet sterven mag. 

De wijze, voor wie straks het duister wacht, 
Omdat geen licht meer bliksemt uit zijn woord, 
Verdwijnt niet zomaar in de zoete nacht. 

De goede man, die aanspoelt en die dacht: 
Hier in de baai dansen mijn deugden voort, 
Vecht, vecht, omdat het licht niet sterven mag. 

De wilde, die met zang de zon aanbad, 
En te laat zag, dat dat zijn baan verstoort, 
Verdwijnt niet zomaar in de zoete nacht. 

De dappere, haast dood, die blind nog zag 
Met ogen stralend als een meteoor, 
Vecht, vecht, omdat het licht niet sterven mag. 

En u, mijn vader, door mij zo geacht, 
Vloek, zegen mij met tranen, maar vecht door. 
Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht. 
Vecht, vecht, omdat het licht niet sterven mag. 

(vertaling: Arie van der Krogt )

Your Header Sidebar area is currently empty. Hurry up and add some widgets.