Punt IIb. Voel met je hoofd :
geef en neem in het
ritme van je ademhaling
Sending and taking should be practiced alternately. These two should ride the breath (aka. practice Tonglen). Practice sending and recieving alternately on the breath
Slogan (7) van de Training van de geest, is een beknopte beschrijving van een meditatie-oefening die ook bekend is als tonglen. Ogenschijnlijk een eenvoudige oefening. Maar eenvoud kan misleiden. Tonglen is in eerste instantie een schets die op verschillende manieren kan worden uitgewerkt. Het is een oefening die pas voor je gaat werken als je er de vorm aan geeft die jou op dit moment past.
Tonglen: een oefening in welwillendheid en veerkracht
Met tonglen oefen je twee dingen. Je oefent in het loslaten van wat je wilt vasthouden en daarnaast in het bij je houden wat je wilt vermijden. Daarbij gebruik je je ademhaling: uitademen staat voor laten gaan en inademen voor naar je toe halen en bij je houden. Op het eerste gezicht is dit nogal tegenintuïtief. Het voelt meer vanzelfsprekend om wat je zwaar valt van je af te laten glijden. We zeggen, bijvoorbeeld, ‘Hij slaakte een zucht van verlichting’. Wat ons daarmee voor ogen staat is toch dat de uitademing, de zucht, blijk geeft van het wegvallen van een last, want dat geeft verlichting. In tonglen keren we het om: de verlichting die we uitademen volgt niet op het wegvallen, maar juist op het opnemen en zonder enige terughoudendheid aanvaarden van de last.
De ‘last’ waar hier sprake van is, is elk gevoel dat we ervaren als onaangenaam: verdriet (1), pijn (2), schaamte (3), stress (4), schuldgevoelens (5) of elke andere moeilijke emotie (6), groot of klein.
Als je jezelf eerlijk en zorgvuldig observeert, dan zul je allerlei strategieën en patronen herkennen die onmiddellijk worden geactiveerd zodra er een onaangenaam gevoel ontstaat of dreigt te ontstaan. Jezelf oefenen om dat niet te doen en om aanwezig te kunnen blijven bij dat onaangename gevoel zonder het te willen wegnemen, is de rode draad die door Lojong loopt.
Waarom zou je jezelf hierin oefenen? Het antwoord op deze vraag begint niet bij jezelf, maar bij de ander. Het begint met je voor te stellen dat een ander, misschien iemand die je kent, pijn, verdriet of stress heeft. Hoe reageer je daarop? Waarschijnlijk is je reactie complex. En ongetwijfeld vind je daar weer alles van. Maar het begint ermee dat je door de pijn, het verdriet of de stress van de ander geraakt wordt en dat er daardoor in jezelf een beweging ontstaat die in essentie positief is: een verlangen om het lijden van de ander te verzachten. Soms ervaar je die beweging als een verzachtende, warme gloed. Die verzachting maakt je bewegelijker, meer in staat om mee te bewegen en te doen wat nodig is, veerkrachtiger.
Wat je reactie complex kan maken is dat het verlangen om het lijden van de ander te verzachten direct gevolgd kan worden door een heel ander gevoel dat dat verlangen zelfs helemaal kan overstemmen. Dat is het gevoel of je dat wel kunt en zo ja, hoe dan, of je dat wel wilt, of je daar wel de tijd en de energie voor hebt, waarom (alweer) jij dat zou moeten doen en niet een ander, dat het oneerlijk en onrechtvaardig is, dat het ten koste gaat van jezelf, dat je van alles moet, dat de ander zich aanstelt of zeurt en alleen maar aan zichzelf denkt.
Geraakt worden door een ander kan zowel verzachten als verharden. Tonglen is een oefening in verzachten. Je oefent met een visualisatie van iets dat bij jou het verlangen om te helpen oproept, een verlangen dat je misschien kunt voelen als een prettige, warme gloed. Oefen met iets dat groot genoeg is om dat gevoel te laten ontstaan, maar niet te groot, want dan kan het juist verharden. Dat maakt tonglen tot een oefening die steeds om een persoonlijke invulling vraagt. Maar het doel van de oefening blijft hetzelfde: het ontwikkelen van een welwillende en veerkrachtige houding ten aanzien van alles wat we in het leven tegenkomen.