1.1

Het is benauwd in de bioscoop. Ik kijk naar een scène van de sciencefiction film Interstellar. Een moeder ligt op haar sterfbed, omringd door haar familie. Ze heeft de wens uitgesproken haar kinderen nog een keer te zien want ze heeft niet lang meer. Haar kinderen en kleinkinderen verzamelen zich rond het bed.
De camara zweeft door de slaapkamer en portretteert met korte shots de emoties van alle aanwezigen. Daarna zien we weer de moeder. Oud en kwetsbaar. Met de dood in de ogen glimlacht ze tevreden naar haar kinderen. Ze kan vertrekken. Wat een valse dramatiek. Super-amerikaans.

Het raakt me toch.
In de laatste jaren voor de dood van mijn eigen moeder konden we elkaar eigenlijk alleen nog maar pijn doen. Zelfs in de gesprekken die we de laatste weken voor haar dood voerden was het niet anders. Mijn moeder en ik. We scholden elkaar uit voor rottte vis. Dat was onze manier van contact maken. Tot aan haar vertrek zijn we elkaar niet dichter genaderd dan plaagstootjes.
Mijn moeder zat in haar stoel voor het raam. Een boze, doordringende blik als ze je aankeek. Maar het meeste van de tijd zat ze een beetje verdwaasd naar de kale bomen in onze achtertuin te turen. Het was winter. De kanker had haar te pakken. Er was niets meer aan te doen. In onze gesprekken werd het woord ‘doodgaan’ niet uitgesproken. Nou ja, gesprekken: feitelijk zweeg ze in alle talen. ‘s Ochtends waggelde ze met haar laatste krachten naar de huiskamer en nestelde zich in een stoel, omringd door haar antieke spulletjes.
‘God mam, zit je nu de hele dag naar dat raam te kijken?’ vroeg ik dan als ik op bezoek was.

Ze keek ernstig maar zei niets.
‘Wel vervelend dat je dat raam niet op een ander kanaal kan zetten met de afstandsbediening, he?’
Er volgde de bekende grimas, waarvan je nooit wist of ze nu plezier had of dat ze boos was.
‘Zo, dus je komt toch weer eens langs om je oude moeder te
bezoeken,’ klonk het dan.
‘Nee hoor, ik was in de buurt voor iets anders en ik dacht, kom laat ik eens kijken hoe het met je gaat…’
‘Nou, hier is anders niets veranderd, hoor. Het gaat zijn gangetje…’
‘Met mij ook eigenlijk.’
‘Mooi,’ moest ik dan van mezelf zeggen: dan zijn we snel uitgepraat.’
Ik zie die vertrokken grimas weer van mijn moeder. Nooit
wist je precies wat er in haar omging. Hoe hard je ook op het
raam klopte.
Ik zong in mezelf: ‘Groundcontrol for Mayor Tom.’

in de film waar ik nu naar kijk, en waar ik mijn gedachten niet bij kan houden, sterft de vrouw met een gerust hart, dat is een ding dat zeker is. De glimlach op haar gezicht spreekt boekdelen. Iedereen rond haar bed is ook verheugd om de laatste uren met haar door te brengen. Het is een ontroerende scene. Temeer omdat, vreemd genoeg, niet alleen haar zoon maar ook de vader van de moeder aanwezig is. Jawel. Dat kan in een SF-film. Haar vader is namelijk astronaut en tijdens een ruimtereis door de tijd gereisd via een zwart-gat. Hij is daardoor in de tijd blijven stilstaan. Gedurende zijn afwezigheid is zijn dochter op aarde gewoon ouder geworden. Zij heeft hem qua leeftijd ingehaald. Een vreemde situatie. De astronaut kan zijn eigen dochter zien sterven als een oude vrouw.

Flickr

  • hanny_opa_beekes
  • 15

Your Header Sidebar area is currently empty. Hurry up and add some widgets.