* NPO plus
De docu-makers DJoeke Veeninga en Marlou van den Berge volgen in de driedelige serie de historicus Reybrouck op de voet als hij in het kader van zijn boek ‘Revolusi’ de laatste ooggetuigen gaat interviewen in Azië. De docu toont ons zijn werkmethode en zijn pogingen om de geschiedenis uit het Nederlandse perspectief te halen en terug te plaatsen in de Aziatische geschiedenis. Dat lukt maar gedeeltelijk. Het is interessant dat de term Bersiap (uit het Maleis: wees paraat) die normaal wordt gebruikt om de revolutionaire periode na 1945 aan te duiden, nooit door de Indonesische vrijheidsstrijders zelf werd gebruikt. Het is een koloniale term, gehanteerd door de Nederlandse pers in die tijd…
Dat andere perspectief is in Nederland broodnodig want de ‘politionele acties’ is een zwarte (schand)vlek in ons collectieve geheugen. En dan zeg ik weer ‘politionele acties’, terwijl ik eigenlijk moet zeggen: vieze koloniale oorlog.
Een knieval van de Belg Reybrouck op een grote landkaart
In grote tegenstelling tot bijv. de reeks vraaggesprekken die Coen Verbraak hield met de daders, de Nederlandse militairen die deelnamen aan de politionele acties (trouwens een fantastische serie!), komt de oral history van Reybrouck met de autochtone bevolking in Azië nogal knullig over. De taal en de leeftijd van de slachtoffers speelt daarbij een rol. Een bijna demente oma wordt suggestief ondervraagt over de komst van de Japanners op Java. Niet echt een betrouwbare bron lijkt mij. Reybrouck krabbelt naar aanleiding van haar gemompel wat aantekeningen in een schoolschriftje. Geen opname-apparatuur. Ik zou die transcriptie van zo’n ooggetuige-verslag wel eens willen zien in het boek.
Het levert wel ontroerende beelden op. En daar lijkt het de docu-makers toch om te gaan. Je krijgt zeker geen helder en compleet beeld van de dekolonisatie-geschiedenis. Het is allemaal heel fragmentarisch en oppervlakkig. Vreemd genoeg besluit Reybrouck op een bepaald moment (omdat hij het idee heeft dat Nederlanders hun geschiedenis slecht kennen?) op een lagere school manier over een grote kaart van voormalig Nederlands-Indië te kruipen, om ons met poppetjes de grote lijnen van de dekolonisatie te demonstreren. Het is een vreemde knieval die misschien wel kenmerkend is voor de teneur van de docu.
Titel: “Revolutie in Indonesië”, David Reybrouck zoekt de laatste getuigen
Beoordeling: ***
Genre: documentaire
Reeks: 1. Japan, 2. Ghurka’s en 3. Falende diplomatie
Regie: Djoeke Veeninga en Marlou van den Berge
Uitzendkanaal: NPO-plus
Een diorama als typische Indonesische manier om geschiedenis te vertellen
Wie dus een solide overzicht verwacht van de onafhankelijkheidsstrijd die Soekarno heeft gevoerd om Nederlandse-Indië terug te geven aan zijn rechtmatige eigenaar komt na het kijken van de docu bedrogen uit.
Wat wel bijzonder is in de docu zijn de diorama’s die gebruikt worden als, zeg maar, historische kijkdozen. Een diorama schijnt een typisch Indonesische manier te zijn om een historisch verhaal te vertellen. Zo’n bevroren scene met kleipoppetjes van bijvoorbeeld Soekarno die de ‘proclamasie’ (de onafhankelijheidsverklaring van Indonesië die overigens in 1946 niet door de Nederlanders werd geaccepteerd) voorleest heeft een vervreemdend effect op de kijker. Je krijgt het gevoel in een totalitaire propaganda-machine beland te zijn met een geforceerd perspectief vanuit de overwinning van de goeien. Dat is nu juist het perspectief dat altijd ontbroken heeft in de geschiedschrijving rond Nederlands-Indië. Want de Nederlanders die in 1949 ‘Indië’ moesten loslaten zagen dit vooral als een drama. ‘Indie verloren, rampspoed geboren’ stond op aanplakbiljetten in de straten van de jaren ’50
Inhoud drie afleveringen:
Hulp uit Japan
In aflevering 1 is de hoofdvraag: welke rol heeft de Japanse bezetting gespeeld bij het ontwaken van een revolutionair vuur bij de Indonesische bevolking? Van Reybrouck begint zijn veldwerk in Indonesië en spreekt getuigen op Java en op de Molukken. Hij reist naar Japan, op zoek naar de laatste levende Japanse soldaten die erbij waren tussen ’42 en ’45. Het leidt tot onverwachte Tinder contacten en tot het enthousiaste verhaal van een soldaat die zich Java herinnert als het paradijs op aarde.
Het vergeten leger
Aflevering 2 belicht de chaotische periode na augustus 1945. Japan capituleert, Indonesië roept meteen daarna de onafhankelijkheid uit en de Indonesische jeugd grijpt naar de wapens van de verslagen Japanners. Dan arriveert tot hun woede een nieuw bezettingsleger. Van Reybrouck vindt een vrijheidsstrijder die plots oog in oog kwam te staan met de Gurkha’s van het Brits-Indiase leger. Reden om naar Nepal af te reizen en daar op zoek te gaan naar de laatste levende soldaten die erbij waren, in 1945-46. Gaat hem dit lukken?
Een hoge prijs
In aflevering 3 onderzoekt Van Reybrouck de vraag: waarom kon het conflict tussen de zelfuitgeroepen Republiek Indonesië en de oude kolonisator Nederland zo lang niet diplomatiek opgelost worden? Waarom moest dat maandenlang oorlogvoeren en honderdduizenden doden kosten? Hij komt oog in oog te staan met het dodenmasker van de eerste premier van Indonesië, Soetan Sjahrir, die de stem was van een vreedzame oplossing. Hij hoort de aangrijpende oorlogservaringen van beide zijden. Tot slot vraagt hij zich af wat er gebeurde met de hoop op een nieuwe wereldorde, toen de nieuwe vrijgemaakte wereld zich in 1955 verzamelde in Bandung.