Ik ben een van de jongens die het nooit zal kunnen verwerken dat hij de Tweede Wereldoorlog
(Vries, J. d. (2013). De republiek. Amsterdam: Prometheus)
niet heeft meegemaakt, dat ik nooit de kansen zal krijgen die Erik Hazelhoff Roelfzema wel kreeg.’
Persoonlijk intermezzo (2)
(>>terug naar mijn boekbespreking van Joost de Vries)
In de roman ‘De Republiek’ van Joost de Vries trof mij met het woord ‘Tirambula’ recht in het hart – een beetje pathetisch gezegd. Zonder dat de schrijver het echt gaat toelichten begreep ik als lezer meteen waar de schrijver met het gevleugelde woord aan refereert. Dat is nou literatuur zoals literatuur bedoeld moet zijn. En meteen is het dan even tijd voor een persoonlijk intermezzo dat niet in een recensie thuishoort maar opgeschreven wil worden. Wat boeit het de lezer? Toen ik ‘Tirambula‘ las had ik een beeld voor mij uit mijn jeugd. Hoe intens heeft die film in mijn jeugd mijn verbeelding beïnvloed! Soldaat van Oranje. Ook zo’n onderdeel van het collectieve geheugen van mijn tijdgenoten. Nu weet ik overigens dat het liedje Terang Bulan heet. Maleis voor ‘De maan schijnt’.
In de fantastische scene krijgt een kale, kwetsbare Rutger Hauer tijdens zijn ontgroening de opdracht het lied Tirambula te zingen in opdracht van praeces Jeroen Krabbé. Nu zou de woke partij meteen op de rem getrapt hebben en Paul Verhoeven gecanceld hebben. Toen wist ik nog geeneens wie ik zelf was, laat staan wat wel en niet deugt…
“Liedje zingen!”
De tekst van het Indonesische liedje luidt:
Terang bulan, terang bulan di kali,
Buaya timbul, disangkalah mati.
Jangan percaya orang mulut lelaki,
Berani sumpah, dia takut mati.
Vertaald naar het Nederlands wordt dit:
De maan schijnt, de maan schijnt over de rivier
De krokodil drijft, je zou denken dat ie dood is.
Geloof niet dat wat een man je zegt.
Ze durven van alles te zweren, maar zijn bang om dood te gaan.
Aan het begin van de Nederlandse film Soldaat van Oranje (1977) zingt Erik (Rutger Hauer) dit lied voor zijn praeses Guus (Jeroen Krabbé) tijdens een studentendoop. Guus vindt dit vals klinken en slaat hem met de soepterrine op het hoofd, waarna Erik naar het ziekenhuis wordt afgevoerd. Zo leren ze elkaar kennen.
In mijn jeugd misschien wel 10 keer gezien die film en ook later, toen ik zelf student was, zonder overigens lid te zijn, zo vaak geroepen tegen mijn vrienden: ‘Liedje zingen’. Nu, als ik terugkijk op mijn studententijd, voelt het geforceerd, gênant zelfs. Maar toen was het een soort gevoel van vrijheid. Alsof ik iets bereikt had wat in mijn jeugd alleen maar als filmfantasie bestond.
Als ik eerlijk ben: de film was bepalend voor mijn hele beeld van de Tweede Wereldoorlog (en Zwartboek van 20 jaar later kon in dit hardnekkig zwart-beeld van goed of fout in de oorlog niets nuanceren). Ook hier zou je, vergelijkbaar met The Longest Day(1962) en Saving Private Ryan (1998), een vergelijking kunnen maken hoe beide films ook een beeld geven van de wisselende context waarin ze gemaakt zijn. Maar de film gaf ook heel persoonlijk voeding aan mijn ideale beelden van ‘studeren aan de universiteit’, ‘wonen op kamers’, ‘het corps’ en ‘sterven als verzetsheld‘.
Aan het einde van mijn middelbare schooltijd (mijn studententijd was nog geeneens begonnen), deed ik er ook alles aan om deze fictieve beelden ‘werkelijkheid’ te laten worden. Het is natuurlijk zo’n puber van 17 vergeven.

Met vrienden te toasten met ‘Morguh’ en mij precies hetzelfde te gedragen als de corpsballen uit Soldaat van Oranje. Achteraf was dat ‘studentje spelen’ volgens de regels zoals ik die in de film gezien had, natuurlijk een masker.

Een manier om mijn onzekerheid als adolescent te verbergen. Meteen in het begin van het verhaal roept Brik uit de roman van De Vries al ergens:
‘Daar heb je het: juist de maskers die we kiezen tonen het diepste van onze ziel’ (p.156)
Daarom bleef ik lezen in dit boek van De Vries. Ik was benieuwd naar de metaforen en verwijzingen naar de films, stripboeken en TV-series uit mijn jeugd. Als iemand zegt: hij zag er uit als Rik Ringers dan is dat voor mijn een heel dominant beeld. En dat is een gek verschijnsel. Hoe iemand direct zijn kabel aansluit op de juiste poort terwijl je aan het lezen bent. Je krijgt ook even een gevoel van een onderdeel te zijn van een complot met een eigen geheimtaal. Ik zou zeggen, met een term uit de tijd van het inbelmodem: bedankt voor dit gevoel van een ‘handshake’, Joost de Vries.