Er was eens een Oude Zenmeester die in een oud hutje woonde op een haveneiland van de stad A. aan het IJ. Voor het slapengaan zat hij altijd buiten in de schemer bij een vuurtje van gebruikt hout, gevonden bij de vuilstortplaats. De Oude Zenmeester keek tevreden over het water uit. Af en toe passeerde een rijnaak. Aan de overkant van het water zag hij de lichtjes van de binnenstad flonkeren.
Op zo’n avond fietste er een Getormenteerde Man voorbij zijn hut. De Oude Zenmeester wenkte hem. De man stopte. De Oude Zenmeester vroeg hem op de man af waarom hij zo stuurs keek. De man begon zenuwachtig te lachen en zei dat hij dat eigenlijk niet goed wist.
‘Het heeft iets te maken met een onrustig gevoel,’ zei hij hakkelend. ‘Ik voel van alles. Maar ik kan de vinger niet op de zere plek leggen. Het is een complex verhaal, oude man.’
De zenmeester lachte vriendelijk en hij nodigde hem uit bij het vuur plaats te nemen.
‘Wees welkom en laten we samen onderzoeken wat er mis is,’ sprak hij rustig.
‘Hoezo is er iets mis?’ sprak de Getormenteerde Man gepikeerd. ‘U loopt wel erg hard van stapel…heeft u de wijsheid in pacht, of zo?’
De zenmeester begon te lachen.
‘U heeft gelijk,’ zei hij, ‘vergeef mij mijn vooringenomenheid. Laten we het samen onderzoeken, zonder oordeel. Er wordt al zoveel geoordeeld in de wereld…’
‘Dat klinkt beter,’ zei de man, die naast hem had plaats genomen. De Getormenteerde Man ontspande zich en genoot van de warmte van het knetterende vuurtje.
‘Ik hou niet van betweters,’ mompelde hij.
De Oude Zenmeester knikte.
‘Ik wil u graag,’ begon hij, ‘een oud verhaal vertellen. Het gaat over een conflict dat zich in ieder mens afspeelt. Het is aan u om te bepalen of dit verhaal resoneert met uw eigen ervaringen van onrust. Ik wil u verder niets opleggen.’
‘Dat lijkt me prima,’ zei de man. ‘Vertel, oude man.’
De Getormenteerde Man leunde achterover en pakte een stok waarmee hij in het vuur begon te poken. Het vuur laaide iets op en verlichtte de gezichten van de twee mannen bij het vuur.
‘Ik wil u dus vertellen, vervolgde de Oude Zenmeester, ‘over een wedstrijd zonder winnaars. Dat is belangrijk om te beseffen. Iedereen luistert graag naar verhalen waarin wordt gewonnen of verloren. Maar niet in dit verhaal. Er is veel strijd. Er is veel pijn. Er is veel vreugde. Maar er is geen uitkomst. Ik wil dat u, wanneer u luistert naar mijn verhaal, dat idee van winnaar of verliezer loslaat. We kunnen alleen de situatie aanvaarden zoals hij zich aan ons voordoet. Net zoals u mij heeft gevraagd om niet betweterig over te komen, wil ik u vragen om mijn verhaal aan te horen en dan uw weg te gaan… zonder verwachting dat dit verhaal een oplossing biedt voor uw problemen. Soms is het fanatieke verlangen naar een oplossing, een onderdeel van het probleem. Het maakt het probleem groter.’
De Oude Zenmeester zweeg een lange tijd.
‘Dat lijkt me heel makkelijk, oude man, maakt u zich geen zorgen,’ verbrak de man uiteindelijk de ongemakkelijk stilte. ‘Ik luister en dan stap ik op. No big deal.’
De Oude Zenmeester schraapte zijn keel. Ergens loeide een scheepshoorn over het water.
‘Goed dan. In ieder mens vindt een tweestrijd plaats. Het is een gevecht tussen het Goede en het Kwade. Vanaf het moment dat hij gaat nadenken over de wereld om hem heen worden deze krachten actief. Laten we zeggen: het zijn twee Marlijnen van ongeveer gelijke sterkte, die hun degens kruisen in onze gevoelswereld. Kent u die enorme vechtvissen uit de Atlantische Oceaan?’
De Getormenteerde Man knikte.
Hij had weleens filmpjes gezien op YouTube van dikke Amerikanen in witte zeiljachten voor de kust van Florida. Op het achtersteven stond een grote stoel en een werphengel op een statief. Hij zag een grote vis voor zich met een lansvormige snuit. In het Engels noemde men de vis ‘Marlin’ – in het Nederlands: ‘Marlijn’.
‘U kent die enorme vissen wel,’ vervolgde de Oude Zenmeester en spreidde zijn armen uit.
Ze zijn heel moeilijk te vangen. Denkt u zich in: in ons zwemmen twee van die Marlijnen rond. De Zwarte Marlijn staat voor een gevoel van woede, onvrede en wraakzucht. Maar ook het bestraffende gevoel van schuld en minderwaardigheid. Deze Zwarte Marlijn staat voor de lat hoog leggen en alles in je omgeving bekritiseren tot er niets meer van waarde over is. Het is een opdringerige vis die met zijn zwartgalligheid en bijtend cynisme voortdurend aandacht vraagt van zijn omgeving.’
De Getormenteerde Man slaakte een kreet van herkenning.
‘Ja, die Zwarte Marlijn zwemt zeker in mij rond. Ik heb er altijd last van gehad, van kinds af aan. Altijd maar doorvragen, onderzoeken en bekritiseren. Nooit tevreden. Het kan namelijk altijd beter. En dat is een pijnlijk gevoel. Altijd tekort schieten. Het is een heel naar beest!’
‘Gelukkig leeft er ook,’ sprak de Oude Zenmeester samenzweerderig, ‘een mildere vis in elk mens. Hij heeft een blauwe kleur. Deze Blauwe Marlijn staat voor mildheid, hoop, liefde, saamhorigheid, trouw, nederigheid, compassie, vriendelijkheid en vooral: relativering. Deze vis leeft ook vanaf zijn jeugd in ieder mens, al is hij soms moeilijk te ontdekken op latere leeftijd. Bij de meeste mensen is de Zwarte Marlijn de baas.’
De Getormenteerde Man viel de Oude Zenmeester in de rede.
‘Weet u wat het grootste probleem is met die Zwarte Marlijn? Hij wordt gewaardeerd, niet alleen door de mensen om mij heen maar ook door mezelf. Het is een vis met scherpte, met analytisch vermogen. Wanneer hij zijn staart roert dan gebeurt er tenminste wat. Daarom laat ik hem vaak zijn gang gaan.’
‘Dat klopt,’ zei de Oude Zenmeester. ‘U bent aan zijn aanwezigheid gehecht geraakt. U kan niet zonder die vechtersbaas. Hij is krachtig en zorgt voor verandering. Althans zo lijkt het. Maar vergeet u niet: hoe groter uw afkeer is van dat beest, hoe meer hij uw denken en handelen bepaalt. Hij laat u geloven dat een scherpe en kritische blik op zaken u verder zal helpen. En ook bestrijden heeft geen zin. Wanneer u de vis te lijf gaat dan gaat hij alleen maar harder spartelen. Nog meer olie op het vuur.’
‘Ik hoor het u zeggen,’ zei de Getormenteerde Man verwonderd, ‘…maar ik voel het niet. Het is lastig te aanvaarden dat het geen zin heeft om die Zwarte Marlijn te bestrijden. Alles wat pijn doet wil je verminderen, toch?’
‘Het is een logische reactie,’ vervolgde de Oude Zenmeester. ‘Maar daar moet u niet te veel over nadenken. Aanvaard gewoon dat die Zwarte Marlijn bestaat in uw zelf. Hij hoort bij uw leven, net zoals andere nare dingen zoals ziekte en tegenslag. Hij zal er altijd zijn. Zijn aanwezigheid is onvermijdelijk.’
‘Maar die Blauwe Marlin dan, dat slappe beest. Waar is die vis als ik hem nodig heb? Kan ik daar nog iets van verwachten?’ sprak de Getormenteerde Man mismoedig.
‘U zei dat beide vissen een strijd voeren in ons innerlijk…nou, ik merk daar verdomd weinig van.’
‘Dat ligt helemaal aan u’ zei de Oude Zenmeester geheimzinnig.
‘Je kunt hem altijd sterker maken door hem te voeden. Dus door bijvoorbeeld meer mildheid, compassie en relativering te tonen. Of vergevingsgezindheid naar je vijanden. Je kunt het hele rijtje aflopen van alle tegendelen van de Zwarte Marlijn.’
‘Het belangrijkste is dat je de hoop loslaat dat er een overwinnaar zal zijn. Die houding geeft de innerlijke rust waar je zo naar verlangt. En vergeet niet: de Zwarte Marlijn heeft veel kwaliteiten – vasthoudendheid, moed, onverschrokkenheid, wilskracht en strategisch denken – dat hebben we van tijd tot tijd nodig en dan heb je niets aan de Blauwe Marlijn. De Blauwe Marlijn heeft wel weer compassie en vooral het vermogen om te herkennen wat we nodig hebben.
‘Dus de ene zwaardvis heeft de andere nodig. Als u er maar één voedt, zal de andere verhongeren en zij zullen onbeheersbaar worden. Door ze beide te voeden en te verzorgen zullen zij u goed van dienst zijn. Voed ze allebei en er zal geen interne strijd voor uw aandacht meer zijn.’
‘Een man of een vrouw die vrede van binnen heeft, heeft alles. Een man of een vrouw die verscheurd is door de oorlog in zichzelf heeft niets . Hoe u ervoor kiest om om te gaan met de tegengestelde krachten in uzelf zal uw leven bepalen. Verhonger de ene of de andere of begeleid hen beiden.
‘Dat is dan de essentie van het andere verhaal waar ik aan het begin over sprak. Aanvaard dat er geen winnaar zal zijn. Het maakt namelijk nogal verschil of u de Zwarte Marlijn wil bestrijden door hem te verhongeren of dat u hem erkent in zijn bestaan en in zijn kracht, en daarmee inzetbaar maakt voor een groter goed. Het gaat vooral om de ruimte om je eigen keuzen te kunnen maken. Niet om de keuze zelf.’
De Oude Zenmeester deed er weer het zwijgen toe.
Het grote vuur was zonder dat zij het hadden gemerkt veranderd in een hoopje kolen dat nagloeide in het donker.
De Getormenteerde Man bedankte de Oude Zenmeester voor het verhaal en gaf hem een stevige hand. Hij stapte op zijn fiets en reed langzaam langs de stille kade de nacht in.