Een persoonlijk fietsritje door het oorlogsverleden van Amsterdam
Elke keer als ik in het voorjaar langs het beeld ‘Verzetsgroep’ bij de kruising Apollolaan/Beethovenstraat in Amsterdam fiets, moet ik er aan denken. ‘Fantastisch mooi die verzetsdaden in de Tweede Wereldoorlog maar hoeveel mensen zijn vanwege represaille-maatregelen van de Duitsers naar aanleiding van een verzetsdaad in de oorlog zinloos vermoord? Waren deze heroïsche daden wel de doden waard die in de laatste jaren van de oorlog onherroepelijk volgden op een actie van het verzet? Zou je onze nationale knuffelhelden Erik Hazelhoff (Soldaat van Oranje) of Gerrit van der Veen ook niet kunnen beschouwen als roekeloze avonturiers, die niet goed hebben overzien wat de gevolgen waren van hun verzetsdaden?’
Zulke gedachten probeer ik altijd zo snel mogelijk weg te zetten als te emotioneel, rancuneus en vooral: subjectief… ik heb namelijk weinig bewijs voor die stellingen en het is een heilig huisje dat ik onnodig wil verbouwen… Als ik heel eerlijk ben: het verdriet van mijn moeder speelt daarbij ook een rol. Zij verloor twee maanden voor het einde van de oorlog haar lievelingsbroer Jan. Hij werd het slachtoffer van een grote vergeldingsactie van de Duitsers naar aanleiding van een mislukte aanslag op Rauter, de hoogste nazi-commandant in Nederland. Op de weg naar Apeldoorn langs de herberg De Woeste Hoeve werden op 8 maart 1945 maar liefst 117 mannen doodgeschoten. Mijn arme oom was één van hen. Het verschrikkelijke verlies van een kind heeft het gezin, waarin mijn moeder opgroeide, getekend. En misschien mij ook wel een beetje. Op 8 maart sta ik er altijd even bij stil. Met in mijn achterhoofd een stemmetje van mijn overleden moeder die dan boos roept: ‘Je hebt hier niets mee te maken, Marlin! Hoe durf je…’
Voer voor psychologen.
Voor wie goed kijkt is ‘de oorlog’ ruim 80 jaar later in het Amsterdamse straatbeeld nog overal aanwezig.
Op weg naar mijn werk sta ik stil voor het beeld van drie mannen op de Apollolaan. Overmand door het verleden sta ik te mijmeren. De boodschap van deze beeldengroep in die beruchte grasstrook in Amsterdam-Zuid (waar ook vastgoedhandelaar Endstra zat te smeken om zijn leven) is duidelijk. De lichaamshoudingen van de drie gestileerde mannen verraden hoe zij zich voelen. De middelste persoon heeft zijn borst stoer vooruit. Rechts van hem staat een man die al wat meer moeite heeft met de situatie maar hij balt nog zijn vuisten. Links van hem buigt een man zijn hoofd gelaten.

De beeldengroep staat op een plaquette met een tekst die de voorbijganger informeert wat herdacht wordt. Er is hier namelijk in de oorlog een verzetsdaad gepleegd. Maar dat niet alleen. De Duitsers hebben als vergelding maar liefst negen-en-twintig man doodgeschoten, terwijl deze mensen op zich niets met deze verzetsdaad (de aanslag op 23 oktober 1944 op een SD-er verderop in de straat) te maken hadden. Deze 29 mensen zijn een dag later willekeurig uit het Huis van bewaring geplukt (dat was toen gevestigd op de Weteringschans) en naar de Apollolaan gebracht. Het is dus eigenlijk vreemd dat dit monument ‘Verzetsgroep’ heet want niet iedereen die gevangen zat in het Huis van Bewaring was actief in het verzet.
1 x per maand een mail met nog meer tips over waardevolle verhalen?

>>Bekijk de online versie van de nieuwsbrief
Ik stel mij voor wat er die 24 oktober 1944 op de Beethovenstraat gebeurd moet zijn. We zitten op het eind van de oorlog. De houding van de Duitsers richting verzetsacties is verhard. Een Duitse legervrachtwagen komt piepend tot stilstand in de Apollostraat. Duitse bevelen klinken door de straat. Voorbijgangers kijken op. Mannen stappen struikelend uit de wagen en worden bij elkaar gezet. En dan: luid geknal. De geweerschoten echoën door de straat. Eén voor één zakken de mannen door hun knieën. Negen-en-twintig mensen dood. En dat niet alleen. In een klap verliezen talloze nabestaanden een vader, broer, zoon, echtgenoot, oom of vriend…
Maar word ik wakker en betrap ik mezelf op subjectieve, romantische geschiedschrijving. Ik weet niet wat de bronnen vertellen over de werkelijke gebeurtenissen…
Was een aanslag op één Duitser 29 dode mede-burgers waard?
Ik moet denken aan de briljante uitspraak van W.F. Hermans over het Nederlandse verzet in de Tweede Wereldoorlog: ‘een held is iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest’. Boeken als Tranen der Acacia’s en De Donkere Kamer van Damocles, waarin de rol van het verzet door Hermans werd belachelijk gemaakt, zijn de schrijver niet in dank afgenomen. Hermans had wel gelijk. Veel verzetslieden rommelden maar wat aan… Als middelbare scholier was Hermans een held voor mij. Een eenzame strijder in een wereld vol bedrog.
Het beeld van de drie mannen op de Apollolaan laat me niet los. Vooral de middelste persoon, die trots de kogel wil incasseren door zijn borst vooruit te steken, vind ik fascinerend. Zullen er onder de naoorlogse patatgeneratie nog mensen zijn die trots en met geheven hoofd willen sterven voor het vaderland? Helemaal als je een kogel krijgt voor iets dat je niet gedaan hebt?
Met een paar zoektermen in Google op mijn mobiel reconstrueer ik dit verhaal, zittend op de buis van mijn fiets. Ik kom snel op betrouwbare bronnen (Botermans, Lou de Jong, Van Liempt) en lees de teksten vluchtig door. Het verhaal achter het beeld ‘Verzetsgroep’ van Jan Havermans op de kruising Apollolaan / Beethovenlaan is toch redelijk hetzelfde verlopen als in mijn verbeelding. In dit geval kwam er een groepje verzetsmensen op het idee om de beruchte politieman Oehlschlägel van de Sicherheitsdienst te overvallen. De SD had zijn hoofdkwartier in het HBS-gebouw, een paar straten vanaf hier verwijderd.
Op de sokkel van de beeldengroep is een datum gehakt: ’24 oktober 1944′. Let wel: de geallieerden zijn dan al geland op Normandië en rukken op richting België. Het einde van de oorlog is nog niet zeker maar de gedachte aan een aanstaande bevrijding is zeker aanwezig. Was deze aanslag op 1 Duitser 29 doden waard?
Stel dat je de balans op zou maken van alle verzetsdaden in Nederland en hun onbedoelde effecten. Hebben al die (vaak mislukte) overvallen op distributiebonnen-kantoren, en aanslagen op nazi-leiders in Nederland nu geleid tot een snellere beëindiging van de Duitse bezetting? Ik ben bang van niet. Je zou een schrijnende waslijst kunnen aanleggen van alle gevangen, en op straat gearresteerde burgers, die vanwege represaille-maatregelen van de Duitsers het moesten bekopen met de dood. Wat een zinloze offers.
De ontvoering van de SD-er Oelenschlägel op de hoek Beethovenstraat/Apollolaan leidde tot een onbedoeld bloedbad
Wat gebeurde er nu precies in Amsterdam-Zuid op 23 oktober 1944, een dag voor de openbare fusillade waar het monument van de drie mannen aan refereert? Een korte zoekactie op Google leert het volgende: een groepje leden van het Amsterdamse verzet wil Herbert Oehlschlägel, de politie-functionaris van de Sicherheidsdienst, ontvoeren. Oehlschlägel werkte onder Willy Lages (hoofd van de SD in provincie Noord-Holland en Utrecht) en bezat veel gegevens van illegale groeperingen. Wanneer je de bronnen er op na leest is de ontvoering een mislukking. De verzetsgroep probeerde Oehlschlägel met chloroform te bedwelmen maar dit ging mis. De fles chloroform brak en hij begon te schreeuwen. Uit paniek schoten zij toen Oehlschlägel op straat dood, waardoor zij niet de tijd hadden om het lijk mee te nemen.
Als je zo’n beschrijving leest moet je onwillekeurig denken aan de amateuristische beelden van een Nederlandse verzetsfilm van Wim Verstappen uit de jaren zeventig. Wat een geknoei…
De volgende dag waren de represaille-maatregelen van de Duitsers keihard: maar liefst 29 gevangenen werden willekeurig uit een cellenblok van het Huis van Bewaring gehaald. Aan elkaar geketend met handboeien werden zij in groepjes uitgeladen bij het kruispunt Apollolaan / Beethovenstraat. Omwonenden werden gedwongen om toe te kijken. Sommige bronnen beweren zelfs dat één SD-er de executie deed. De lichamen bleven twee uur liggen als afschrikwekkend voorbeeld richting de bewoners van Amsterdam-Zuid.
Ik kijk om me heen, de Beethovenstraat in, en probeer het mij voor te stellen. Een eindje verderop ligt de GerritvanderVeenstraat, ook zo’n verzetsheld uit dezelfde periode. De kunstenaar Van der Veen deed in mei 1944, dus een paar maanden voor deze executie op straat, een poging om zijn verzetsvrienden te bevrijden uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Ook weer zo’n voorbeeld van roekeloosheid van het verzet in Amsterdam. De medewerkers rond de verzetsgroep van Gerrit hadden bij hem er op aangedrongen om niet naar de Weteringschans te gaan – zij vonden het te gevaarlijk. Toch ging hij op pad, slecht voorbereid. De bevrijdingspoging mislukte jammerlijk en uiteindelijk werd Van der Veen opgepakt en gefusilleerd. Uit eerbetoon kreeg de voormalige HBS in deze buurt na de oorlog de naam ‘Het GerritvanderVeen-college’.
Stel dat je de balans op zou maken van alle verzetsdaden in bezet Nederland en hun onbedoelde negatieve effecten zou afzetten tegen de successen, waar zou je dan op uitkomen?
Het lijkt erop of je deze vraag, 80 jaar na de oorlog, nog steeds niet mag stellen. Men wil eigenlijk niet weten wat al die verzetshelden, die we nog elk jaar herdenken, in sommige gevallen tot gevolg hebben gehad. Er zijn namelijk voor deze personen al beelden opgericht en hele straten naar vernoemd. Misschien is het wel de laatste blinde vlek in de Nederlandse herinneringen aan de oorlog.
Ik fiets door naar het centrum van Amsterdam. Bij de Heinekenbrouwerij sla ik links af richting het Weteringplantsoen. Ik passeer het monument dat mij altijd doet denken aan een keeper die gestrekt naar een hoek duikt. Het is weer een beeld dat herinnert aan de gevolgen van een vergeldingsactie uit de Tweede Wereldoorlog.

Fusilladeplaats in de 2e wereldoorlog
Op 12 maart 1945 werden hier 30 politieke gevangenen
in een represaille-aktie door de Duitse bezetter ter dood gebracht
Op mijn mobiel vind ik een site waarin de verzetsdaad en de slachtoffers worden beschreven. ‘Als aan de Stadhouderskade een gehate nazi wordt neergeschoten, worden op het Eerste Weteringsplantsoen tweeëndertig mannen bij elkaar gedreven en gefusilleerd. De meesten zijn gewoon voorbijgangers die daar langs kwamen op weg naar hun werk. Voor de ogen van honderden Amsterdammers worden ze neergeschoten en dood achtergelaten op het gras.’
Waren Nederlandse verzetslieden zich bewust van de gevolgen van hun daden voor hun omgeving?
Eenmaal thuis besluit ik toch deze kwestie iets beter te onderzoeken. Ik lees wat historische artikelen en probeer mij een mening te vormen. Het is een algemeen historisch gegeven dat de Duitse terreur in de bezette gebieden toenam na 1943. Toen in de winter van ’43 bij Stalingrad de Duitse expansie stagneerde, gaf Heinrich Himmler, de hoogste baas van de SS, vanuit Berlijn aan al zijn in bezet Europa gestationeerde commandanten de opdracht elke vorm van verzet meedogenloos te bestraffen. Na de winter van ’43 kreeg de baas van de Sicherheitsdienst van Noord-Holland en Utrecht Willy Lages bijvoorbeeld van de ‘Hörere SS und Polizeiführer’ Hanns Rauter toestemming om zonder proces gevangenen als vergelding te executeren. In veel Nederlandse steden hingen steeds vaker pamfletten met de Duitse vergeldingsmaatregelen naar aanleiding van een verzetsdaad. Je zou dus kunnen stellen dat de verzetslieden zich wel degelijk bewust waren van de kwalijke gevolgen die hun verzetsdaden onherroepelijk hadden op hun reeds gevangen genomen medeburgers.

In het geheim werd de terreur van de vergeldingacties in de laatste jaren van de oorlog nog geraffineerder. Onder de codenaam Aktion Silbertanne werd in opdracht van de Duitsers een serie moordaanslagen gepleegd. Deze speciale moordcommando’s van de Waffen-SS gingen te werk in de verhouding 1 : 3 – voor elke door het verzet omgebrachte collaborateur werden drie Nederlanders uit de weg geruimd die als politiek tegenstander te boek stonden. De Duitse officieren schetsten een sparrentakje (Silbertan) achter de naam van een doelwit op lijsten van prominente Nederlanders die zich verzet hadden tegen de bezetter. Deze 45 personen werden op straat of zelfs in de deuropening van hun huis geliquideerd. Zie de lijst met slachtoffers.
De mislukte en onbedoelde aanslag bij de Woeste Hoeve op 8 maart 1945 leidde tot 263 slachtoffers, het grootste aantal mensen dat ooit op Nederlands grondgebied is terechtgesteld.
Als je je uitvoerig verdiept in de bronnen over het verzet in de laatste maanden van de oorlog, moet je concluderen dat sommige acties onbezonnen zijn; slecht voorbereid, knullig uitgevoerd en met onbedoelde gevolgen.

Meest schrijnende voorbeeld van deze onbezonnenheid is wel de mislukte aanslag op Rauter op 8 maart 1945, twee maanden nota bene voor het einde van de oorlog. Een verzetsgroep dacht een aanslag te plegen op een vrachtwagen met vlees. Op de Oude Arnhemseweg bij de herberg de Woeste Hoeve zou die worden overvallen bij het vallen van de avond. Toen de verzetslieden zich opstelden in een hinderlaag bleek er geen vrachtwagen in hun fuik te rijden maar de BMW-cabriolet van Hanns Rauter, de hoogste nazi in Nederland! De verzetslieden droegen Duitse uniformen en hielden de auto aan buiten de stad. Dit was extra dom omdat Rauter zelf namelijk had afgekondigd dat voertuigcontroles ‘s nachts alleen nog binnen de bebouwde kom mochten plaatsvinden. De Duitsers in de auto hadden dus direct door dat dit een actie was van het verzet. De verzetslieden openden in paniek het vuur en doorzeefden de BMW. Na de aanslag controleerden de overvallers niet of alle inzittenden gedood waren. Rauter overleefde de aanslag en wist te ontkomen. Deze vergissing van het verzet leidde tot de zwaarste represaille-maatregelen ooit op Nederlands grondgebied genomen. Vanwege de aanslag op de hoogste Duitse politiebaas in Nederland werden maar liefst 117 mannen uit gevangenissen rond Apeldoorn gehaald en ter plaatse van de herberg de Woeste Hoeve geëxecuteerd . Onder de slachtoffers bevond zich de broer van mijn moeder, Jan Beekes, 26 jaar oud.

Daarna zijn nog 146 personen, verspreid over de Nederlandse gevangenissen, doodgeschoten. Na de oorlog werd Rauter berecht en als oorlogsmisdadiger gefusilleerd. Hij gaf zelf het commando ‘Feuer’ aan het executiepeloton.
Wat schrijft Loe de Jong over de gevolgen van de represaille-maatregelen?
Loe de Jong schrijft in Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog uitgebreid over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Ook hij refereert aan het aantal doden als gevolg van de represaille-acties naar aanleiding van verzetsdaden:
“Hoeveel personen in de bezette provincies benoorden de grote rivieren in totaal in de maanden van september ’44 tot aan de bevrijding volgen de geschetste ‘administratieve berechting’ zijn doodgeschoten (daarbij rekenen wij diegenen die na de z.g. aanslag op Rauter alsmede vlak voor de bevrijding van bepaalde plaatsen in het oosten en noorden des lands zijn gefusilleerd, niet mee), is niet precies bekend. Het werd door de organen van de bijzondere rechtspleging niet steeds nodig geacht, een volledig overzicht te krijgen van de represaille-acties waarbij bepaalde chefs van Einsatzkommandos of hun ondergeschikten betrokken waren— voor hen was voldoende wanneer de zaak met betrekking tot enkele
van die acties ‘rond’ was .”
(…)
L. de Jong trekt de voorlopige conclusie:
“Het is dus waarschijnlijk dat de SD-terreur alleen al in Noord-Holland en Utrecht een kleine vijfhonderd mensenlevens heeft gevergd.”
(p. 384-390)
Dat is niet gering als je bedenkt dat Loe nog niet de vergeldingsdoden in geheel Nederland meetelt. Bijvoorbeeld de doden naar aanleiding van de aanslag bij de Woeste Hoeve (bij Apeldoorn) zou in ieder geval nog bij deze 500 geteld moeten worden. Het is lastig om al die cijfers te reconstrueren op basis van het onderzoek dat tot nu toe gedaan is door oorlogshistorici. Je zou eigenlijk alle verzetsdaden op een rij moeten zetten en tellen hoeveel doden er gevallen zijn door een represaille die op de verzetsdaad volgde. Dat eindgetal (ik kom hieronder op een educated guess van 2850 mensen) weer in verhouding te zien van het totaal aantal slachtoffers die de bezetting in Nederland veroorzaakt heeft.
Voorlopige conclusie
Op de keper beschouwd is natuurlijk elke dode er één te veel, wat de drijfveer van het slachtoffer of de dader is geweest. Maar ook is het algemeen geaccepteerd dat je ten tijde van oorlog door het opofferen van mensen, uiteindelijk ook heel veel mensen kan redden. Denk aan de atoombom op Hirohima Denk bijvoorbeeld aan het aantal mensenlevens die de Geallieerden en de Sovjet Unie hebben geleverd om uiteindelijk door te kunnen stoten naar Berlijn en Europa te bevrijden van de Duitsers…
Laten we tot besluit van dit fietstochtje door het oorlogsverleden een poging wagen om op basis van de bestaande bronnen een idee te geven van alle oorlogsdoden die gevallen zijn in Nederland.
Dodencijfers Nederland Tweede Wereldoorlog
Nederland telde in de jaren ’40-’45 ongeveer 9 miljoen inwoners.
Totaal aantal doden onder de Nederlandse bevolking als gevolg van de oorlog ligt tussen de 225.000 en 250.000.
Aantal militairen van het Nederlandse leger omgekomen tussen 10 en 14 mei: 2.200.
Aantal doden bij bombardement op Rotterdam (mei 1940): 900.
Aantal doden onder Joodse burgers gedeporteerd naar concentratiekampen: 104.000.
Aantal doden bij bombardementen en gevechten in de frontgebieden van september 1944 – mei 1945: 20.500 burgers.
Aantal doden in West – Nederland, gestorven door honger en kou in de Hongerwinter, 1944 – 1945: 22.000 burgers.
Aantal doden door repressaille-maatregelen nav verzetsdaden (ruim 2.000 van deze gefusilleerden waren verzetsmensen, de overige 850 mensen waren gijzelaars of niets-vermoedende burgers): 2.850.
De verzetsdaden tijdens de Duitse bezetting leidden tot 2850 doden, veroorzaakt door zo’n 2000 verzetslieden waarvan er velen te onvoorzichtig waren. Maar wel gestraft.