Brief aan de lezer (61)
In mijn berichten van LinkedIN staat al jaren deze ongewenste shit. En het begint te groeien.
Vacature: Oaklins Digital Content Manager
Marlin,
Mustafa Karaca, Senior Recruitment Consultant bij Babbage Company
Je zult ongetwijfeld denken, daar hebben we weer zo’n recruiter, en helaas klopt dat ook echt. Maar ik wilde je toch heel graag dit bericht sturen.
Tijdens mijn zoektocht naar een Digital Content Manager kwam ik jouw profiel tegen en ik werd enthousiast.

De ‘enshittification’ van een voorheen serieus platform als LinkedIN
Als zelfbenoemde boomer post ik af en toe een bericht op LinkedIN. Het korte en verleidelijke tekstje is prima lokaas. Mijn netwerk weet namelijk niet dat ik actief ben als columnist op www.proudies.nl. Elke maand laat ik dus wat op mijn tijdlijn stuiteren. Ook zet ik er een knullig filmpje bij. Dat is natuurlijk helemaal fout. Tenenkrommend zelfs volgens mijn dierbaren.
Ik doe mijn naam als boomer eer aan. En ik doe LinkedIN is vanouds de plek om je netwerk op te bouwen en te onderhouden. Vroeger heette dat het āold boys networkā. Maar dat was echt een hobby van babyboomers. Men vond elkaar in rokerige kroegen en clubhuizen. Een platform online was qua bereik natuurlijk veel efficiĆ«nter. Sinds 2002 werd het platform LI dÄ marktplaats voor werk. Een tijdlijn met berichten van de leden werd overigens pas veel later gelanceerd. Toen kwam je op het platform voornamelijk mensen tegen die anderen feliciteerden met hun ānieuwe uitdagingā of, nog iets tragischer, hun 20-jarig dienstverband bij hetzelfde bureau. Omdat in de loop van de tijd platforms als voormalig Twitter en Facebook door dwingende algoritmes āverpoeptenā (let op mijn woorden: dat wordt het woord van 2025!) gebruikten steeds meer mensen de tijdlijn van LI voor ditjes en datjes. Het feit dat werkgevers meekeken zorgden ervoor dat LI geen afvoerputje werd voor onderbuikgevoelens zoals X. Een tijd lang was het betrouwbare content, mooi opgedeeld naar werksector.
Zoals altijd realiseerde LinkedIN zich al snel de goudmijn waar ze op zat en ging advertenties verkopen rond de tijdlijn. Een dwingend algoritme bepaalde wie wat te zien kreeg. Men zette alles op alles om de iedereen op het platform te houden. Kortom: Ook LI ontkwam niet aan de beruchte āenshittifcationā. In je tijdlijn zag je steeds meer van die geraffineerd terloopse opmerkingen als:
āGisteren tot diep in de avond aan het rapport gewerkt. Trots op mijn team dat we dit hebben neergezetā.
Bah. Dank je de koekoek! Trots is kotsā¦als het dient als clickbait. Feitelijk zijn dit soort postings nog steeds een soort gecodeerde open sollicitaties. Wij boomers worden altijd een beetje cynisch van die trots op dat harde werken. Zeker als het op LI staat. Onze gedachten gaan dan uit naar al die enthousiaste en loyale mensen die vanwege die trots van hun baas met een burn-out thuis zitten. Volledig uitgeschakeld en gefrustreerd. Ze durfden niet te piepen toen hun werkgever hen tot het uiterste kneep. En nu zitten ze keihard met de gebakken peren.
Zelfs onder Gen Z bevinden zich nu al opgebrande mensen. Dat is alarmerend. En slecht werkgeverschap. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat overspannen zijn een hel is. Maar ik zeg nu ook: zoān persoonlijk crisis kan je ook veel brengen. Zie het als een vaag kruimelpad dat langzaam veranderd in een duidelijke richting. Dus zeg ik als fossiele ervaringsdeskundige: āShout-outā naar alle jonge, opgebrande werknemers die met hun ziel onder hun arm op LinkedIN ronddwalen. Geloof die succesverhalen niet. Het is altijd makkelijk de koe achteraf in de kont te kijken. Al die hoeraverhalen zijn gewoon verpoepte sollicitaties naar ander werk.
Blijf in jezelf geloven. Ook wanneer de shit je om de oren vliegt. Na regen komt zonneschijt.






