We eindigen onze rondwandeling op de Nieuwe Oosterbegraafplaats bij het graf van Breitner en Witsen

… vak 20, op nummer ??? , Kruislaan 126, Nieuwe Oosterbegraafplaats
Neem ik nog even afscheid van twee belangrijke schilders. Impressionisten. Ze behoorden eigenlijk ook tot die groep van tachtigers waar Jacques Perk tegenaan schuurde. En ik zal zo hun namen zeggen als we er zijn. Ze lopen rechtdoor het brede pad en we naderen hun kruising.
[1:24:11–1:24:23] En dan zien we aan weerszijde eigenlijk weer grote Romagraven. Links zelfs een Romagraaf met een soort terrasje erbij met twee witte stoelen. En voor die kruising gaan we rechts naar die twee schilders. [1:24:25–1:24:53] En dat zijn Witse en Breitner. Als u een bordje vak 20 ziet dan zit u goed. Heel klein stukje nog met de bocht mee.t mee en daar staat een bordje voor hun graf. Het zijn twee opstaande stenen, twee liggende stenen. Hun echtgenotes liggen hier ook. Ja, Georg Breitner [1:24:54–1:25:09] en Willem Witse. Bent u bekend met hun werk? Ik weet het niet. Breitner is iets bekender dan Witse. Breitner kennen we van zijn prachtige serie Meisjes in Kimono, Maar Breitner is ook bekend geworden van zijn stadsgezichten van Amsterdam. [1:25:10–1:25:22] Heel bekend, zicht op de dam. En daarbij zien we een regenachtige dam. Paleis op de dam, op de achtergrond. En daarvoor een drukte van je welste. En dat is typerend voor Breitner, want die was ontzettend tuk op beweging. [1:25:22–1:25:33] En in die tijd, ik heb het al eerder genoemd, zo 1880, 1900, is Amsterdam veranderd van een dorp in een wereldstad, zeker voor Nederlandse begrippen. [1:25:34–1:25:47] En Georg Breitner stond vooraan bij de sloopwerkzaamheden. Hij vond het fantastisch om die stad te zien veranderen. Hij vindt het ook fantastisch dat dingen werden afgebroken en weer opgebouwd. Reuring, verandering, beweging. [1:25:47–1:26:00] Wat Breitner ook deed, hij ging er met zijn fototoestel op uit. En hij had al heel snel in de gaten dat dat een ontzettend goed hulpmiddel voor het schilderen was. Willem Witse, zijn goede vriend Willem Witse, was veel romantischer. [1:26:01–1:26:17] Er was meer iemand van omkijken. Hij ging naar dezelfde plekken als waar Breitner zijn ezel op zette. Alleen Witse was geïnteresseerd in datgene wat verdween. Er komt een kantaar voorbij gereden. Die laten we even rustig passeren. [1:26:19–1:26:32] Hallo, hier meneer Zwaait. En Willem Witse wilde met zijn etsen en zijn tekeningen en zijn schilderijen vasthouden. Vastleggen wat ging verdwijnen. Hij had een boot, een soort atelierboot. [1:26:33–1:26:45] En daarmee voerde hij de oude schans op en ging daar dan zitten schilderen. Achterkantjes van de wallen, de Nieuwmarktbuurt. Ze hebben ook samen atelier gedeeld. Onder andere aan het Oosterpark.Willem Witsen overleed op 13 april 1923 en werd begraven op begraafplaats De Nieuwe Ooster in de Watergraafsmeer. George Breitner stierf enkele maanden later en ook hij kreeg er een plek, naast zijn goede vriend Witsen, in een dubbelgraf.
De beide schilders kregen eenzelfde steen met hun namen en geboorte- en sterfdatum. Hadden de weduwen Witsen en Breitner dat zo bedacht en had Marie Witsen alles betaald? Feit is dat zij zich daar twintig jaar later ook liet begraven en dat zij ervoor zorgde dat het graf werd voorzien van een identieke steen.
Maria Breitner-Jordan overleed in 1948, maar op haar steen werden geen naam of leefjaren gegraveerd. In november 2019 is dat alsnog gebeurd, op initiatief van de Commissie van Beheer van het Witsenfonds.






