Dylan-Thomas burkunk

D. Thomas, ‘Do not go gentle into that good night’ (1945)

Dan maar eens een poging om een ‘villanelle’ over de dood van mijn eigen vader te schrijven. Mijn vader noemde zichzelf in de mails die hij mij in de laatste jaren schreef: T.O.M. (The Old Man). Die ondertekening was ontroerend. Het was net alsof hij een andere persoonlijkheid kreeg dan de klassieke ‘papa’ die ik van kinds af aan gewend was Hij leek wat milder en aardiger. Daarom noem ik het gedicht (vrij strak naar Dylan Thomas ‘Do Not Go Gentle Into That Good Night’ ) : Goodbye T.O.M

Goodbye Tom

Wankelend op de rand van eeuwigheid
Stond je daar in onze klamme douche-cel,
Klaar, klaar, geen tijd meer voor verwijt

Schimmel op de kuiten, onderbroek te wijd
Washand, driftig schrobbend over je vel
Wankelend op de rand van eeuwigheid

Je boord niet te strak want je stikte geheid
Dan stond de dokter zeker buitenspel
Klaar, klaar, geen tijd meer voor verwijt

De Dokter! Met haar tas vol zekerheid
Nog maar wat foute grappen als vaarwel
Wankelend op de rand van eeuwigheid

Plotseling rechtop, je ogen verwijd
Zei je: ‘Godverdomme’, als laatste tel
Klaar, klaar, geen tijd meer voor verwijt

En nu Papa, ga dood, we weten het wel
Laat hem maar komen, de hemel of hel
Klaar, klaar, geen tijd meer voor verwijt
Wankelend op de rand van eeuwigheid




Achtergrond (voor de exegeten)


Dit gedicht is een poging om een ‘villanelle’ over de dood van mijn eigen vader te schrijven. Drie jaar later kwam deze behoefte plotseling op. Als eerbetoon.
Mijn vader noemde zichzelf in de mails, die hij mij in de laatste jaren voor zijn dood schreef, T.O.M. (The Old Man). Die ondertekening was ontroerend. Het was net alsof hij een andere persoonlijkheid kreeg dan de klassieke ‘papa’ die ik van kinds af aan gewend was. Hij leek plotseling wat milder en aardiger. Wat kwetsbaarder. Daarom noem ik het gedicht (overigens geĆÆnspireerd op het beroemde gedicht van de Welshe dichter Dylan Thomas ‘Do Not Go Gentle Into That Good Night‘ ): Goodbye T.O.M

Ikzelf moest denken, toen ik dit gedicht schreef, hoe mijn vader in zijn sterfelijke lichaam, een te grote onderbroek in smalle beentjes, in onze jaren ’70 ‘douche-cel’ stond, met een ouderwets washandje vol met zeep. Hij boende heel overdreven zijn nek want ‘hij mocht niet stinken als de dokter kwam’. Op dat moment stapte zijn dokter ons huis binnen met in haar tas de sedatie-spullen. Onder andere de injectie met een dormicum waarmee hij zijn tocht naar het dodenrijk zou beginnen… En zijn glazige blik en zijn geestige opmerking dat zijn overhemdsknoopje niet te strak mag zitten want ‘dan stik ik de moord en dan is de dokter voor niks gekomen’. toen ze naast hem kwam zitten. Hoe ze vrij intiem door zijn grijze borsthaar streek, op zoek naar een plekje voor de injectie. Ik weet niet meer wat ze zei toen. Het was grappig. En hoe hij toen, hij had er op gestudeerd als een toneelspeler, ‘Faites vos jeux’ zei. Hoe hij mij al als kleine jongen galgenhumor vertelde en daar altijd het hardste zelf om moest lachen. Hoe een ter dood veroordeelde op het schavot stapt en tegen de beul zegt: ‘Zeg, je moet oppassen hoor, er zit een trede los: zo breekt iemand zijn nek.’ En hoe vervolgens zelf op de dag van het vonnis kinderlijk gehoorzaam zijn eigen nek strekte en zijn puntige en gedegenereerde kin vooruitstak om ruimte te maken, toen de dokter een plekje zocht om de injectie met dormicum te zetten. Hoe hij eerder zei dat hij niet bang was om dood te gaan maar dat hij zo graag door een spleetje tussen zijn handen af en toe had willen kijken vanaf een wolkje. ‘Hoe jullie kinderen zich verder zullen ontwikkelen.’ Ik dacht toen meteen: ‘O ja? En ik dan?’. Mijn vader zei, als laatste woorden tegen mij: ‘Toch bedankt voor het leven dat jij mij en Hanny hebt gegeven, ondanks de problemen’. Wat op zich een rare opmerking is want hij heeft mij het leven gegeven en ik niet hem. En dat plichtmatige ‘Hanny en mij’. Maar het was toch een poging iets positiefs te zeggen over mijn aanwezigheid op aarde voor hem. Ik heb hem niet bedankt. Ik heb hem alleen gezegd. ‘Het is goed zo.’ (Vandaar in mijn gedicht dat ‘ga nu maar dood’. Zo voelde het.) Hoe hij daarna ging slapen. En na een half uur weer ontwaakte uit zijn sedatie, hoe hij zijn ogen opensperde en verward om zich heen keek, zonder gebit en alleen maar zei ‘wat is dat?’ en ‘godverdomme!’ en zich liet zakken en weer ging slapen. Een stervende die ontwaakt uit een schemerzone: ik schrok me helemaal kapot. Ik dacht zo gaat hij niet meer slapen en dan? Achteraf moet ik er wel om lachen. ‘Godverdomme!’ was werkelijk zijn laatste woord. Een goed statement. Hoe werd eigenlijk de palliatieve sedatie uitgevoerd? Het in slaap brengen gebeurt door middel van een slaapmiddel (midazolam), vaak in combinatie met een pijnstillend middel (morfine). Dit laatste omdat pijn vrijwel altijd een rol speelt of gaat spelen. Pijn kan veroorzaakt worden door de ziekte, maar bijvoorbeeld ook als gevolg van het stilliggen. Pijn zorgt voor onrust waardoor hij misschien wakker kan worden (ja dat heb ik gemerkt!), ondanks het dormicum. Dus wordt er gewerkt met deze cocktail des doods: morfine en midazolam. Zijn dokter heeft dat netjes gedaan.

🦷🦷🦷🦷🦷 ? Voor een overweldigende en duurzame ervaring zeker raadplegen… want dit zijn kunstwerkjes waar de tand des tijds geen vat op heeft

Blader door alle onderwerpen

Snel bladeren